Inhoud

 
 
 

Hoofdstuk 5 - Wetgeving werkplek

5.1.1 Inleiding

In de Arbowet staat dat een werkgever het werk zo veel als mogelijk moet organiseren zodat het de veiligheid en gezondheid van medewerkers niet schaadt. Voor de werkplek is de wetgeving gedetailleerd uitgewerkt. Zo staan er regels in het Arbobesluiten in de Arboregeling en zijn er Europese normen.

De belangrijkste regels om te onthouden zijn:

  • Een medewerker dient een werkplek te hebben die volledig is afgesteld op de eigen fysieke eisen en wensen van de medewerker.
  • Voor baliewerkplekken zijn specifieke eisen opgesteld
  • Thuiswerkplekken zijn ook de verantwoordelijkheid van de werkgever.
  • De werknemer heeft zijn eigen verantwoordelijkheid om op een veilige manier te werken en zich te houden aan de gemaakte afspraken.

In deze arbocatalogus krijg je bij 'Normen' steeds de specifieke relevante regelgeving te zien.

NB: in de Cao voor Facilitaire Contactcenters is opgenomen dat de gestelde eisen gelden voor 80% van de werkplekken; 20% van de werkplekken kent slechts de eis van de afmeting van het beeldscherm. Deze regeling geldt in verband met de geldende werkplekbezetting.

De volgende wetgeving c.q. aanbevolen richtlijn  is van toepassing op beeldschermwerk:

  • Arbobesluit: Artikel 3.19 Werkplek
  • Arbobesluit: Artikel 5.14 & 5.15 Thuiswerkers: werkplek
  • Arboregeling: Artikel 5.1 Apparatuur en meubilair
  • Arboregeling: Artikel 5.2. Inrichting van de beeldschermwerkplek
  • NPR 1813: aanbevolen praktijkrichtlijnen contactcenter stoel en tafel
  • NEN 1824: Ergonomische eisen voor de oppervlakte van werkplekken in administratieve ruimtes en kantoren (juni 2010; aanbevolen richtlijn)

1.2. Arbobesluit

Artikel 3.19:

Afmetingen en luchtvolume van ruimten; bewegingsruimte op de arbeidsplaats.

  1. De afmetingen en het luchtvolume van de arbeidsplaats zijn zodanig dat de werknemer zonder gevaar voor de veiligheid of de gezondheid zijn arbeid kan verrichten.
  2. De afmetingen van de arbeidsplaats zijn zodanig dat de werknemer bij het verrichten van zijn arbeid over voldoende bewegingsruimte beschikt.
  3. In dien in verband met de aard van de arbeid niet aan het tweede lid kan worden voldaan, is in de nabijheid een andere open of besloten ruimte met voldoende bewegingsvrijheid voor de betrokken werknemers beschikbaar.

Artikel 5.4

Tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd worden werkplekken ingericht volgens de ergonomische beginselen.

Artikel 5.14

Toepasselijkheid Thuiswerkers.

Op thuiswerk zijn de afdelingen 1 en 2 van dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5.15

Werkplek  thuiswerker

Indien de thuiswerker reeds uit eigen hoofde beschikt over een werkplek als bedoeld in de artikelen 5.4 en 5.12 behoeft deze niet alsnog ter beschikking te worden gesteld.

5.3. Arboregeling

Artikel 5.1 Apparatuur en meubilair

Apparatuur en meubilair, in gebruik bij het verrichten van beeldschermwerk, voldoen in ieder geval aan de volgende voorschriften:

  1. De tekens op het beeldscherm zijn voldoende scherp, duidelijk van vorm en voldoende groot, met voldoende afstand tussen de tekens en de regels;
  2. Het beeld op het beeldscherm is stabiel;
  3. De luminantie van of het contrast tussen de tekens en de achtergrond is gemakkelijk door de gebruiker bij te stellen;
  4. Het beeldscherm is vrij te plaatsen en gemakkelijk verstelbaar en kantelbaar;
  5. Het beeldscherm is vrij van voor de gebruiker hinderlijke glans en spiegelingen;
  6. Het toetsenbord kan hellend worden geplaatst en vormt geen geheel met het beeldscherm;
  7. Er is voor het toetsenbord voldoende ruimte voor handen en armen van de gebruiker;
  8. Het toetsenbord heeft een mat oppervlak;
  9. De indeling van het toetsenbord en de vorm van de toetsen zijn gericht op vergemakkelijking van het gebruik;
  10. De symbolen op de toetsen zijn voldoende contrastrijk en vanuit een normale werkhouding voldoende leesbaar;
  11. De werktafel of het werkvlak maakt een comfortabele houding van de gebruiker mogelijk en heeft een reflectiearm oppervlak, is voldoende groot en maakt een flexibele opstelling van beeldscherm, toetsenbord, documenten en accessoires mogelijk;
  12. Een voor het werk noodzakelijke documenthouder is stabiel en regelbaar en zodanig geplaatst dat oncomfortabele hoofd- en oogbewegingen tot een minimum zijn beperkt.
  13. De werkstoel is stabiel, heeft een in hoogte verstelbare zitting en een rugleuning, waarvan de hoogte en hellingshoek verstelbaar zijn en geeft de gebruiker bewegingsvrijheid en een comfortabele werkhouding;
  14. Indien de gebruiker dat wenst wordt een voetensteun aangebracht.

Arboregeling: Artikel 5.2. Inrichting van de beeldschermwerkplek

De omgeving waarin het beeldschermwerk wordt verricht en de inrichting van de beeldschermwerkplek voldoen in ieder geval aan de volgende voorschriften:

  1. De verlichting van de werkruimte of de beeldschermwerkplek zorgt voor voldoende licht en een passend contrast tussen beeldscherm en omgeving, rekening houdende met de aard van het werk en de visuele behoeften van de gebruiker;
  2. Mogelijke verblinding en hinderlijke reflecties op het beeldscherm of op apparaten door kunstmatige lichtbronnen zijn vermeden;
  3. Er treden door raam- en andere openingen, wanden en apparaten geen directe verblinding en hinderlijke reflecties op het beeldscherm op;
  4. De ramen zijn uitgerust met passende instelbare helderheidwering om de intensiteit van het licht dat op de beeldschermwerkplek valt te verminderen;
  5. Het geluid dat de apparatuur voortbrengt veroorzaakt geen verstoring van de aandacht en het gesproken woord;
  6. De apparatuur brengt geen voor de werknemers hinderlijke warmte voort;
  7. De vochtigheidsgraad is steeds toereikend.

NPR 1813: aanbevolen praktijkrichtlijnen contactcenter stoel en tafel

Achtergrond: De eisen voor kantoormeubilair zijn vastgesteld in de Nederlandse Praktijk Richtlijn 1813 (NPR 1813). Deze geeft toelichting op en aanwijzingen voor het verantwoord gebruik van de:

  • NEN-EN 1335: kantoormeubelen – kantoorstoelen;
  • NEN-EN 527: kantoormeubelen - kantoortafels en contactcenters;
  • NEN 2441: ergonomische criteria voor zit-statafels;
  • NEN 2449: ergonomische criteria voor kantoorwerktafels.

Eisen aan een ergonomische stoel:

  • De zithoogte is verstelbaar van 41 tot 55 cm;
  • De zitting is vlak, minimaal 40 cm breed en 44 cm diep en heeft een verstelbare hellingshoek van -7 tot 3 graden, vast te zetten op een hoek van -3 graden;
  • De voor- en achterzijde van de zitting en de boven- en onderzijde van de rugleuning zijn afgerond;
  • De zitdiepte is verstelbaar van 38 tot 48 cm;
  • De voorzijde van de rugleuning is vloeiend, zonder knikken of hoeken met een horizontale straal van 40 cm of meer;
  • De breedte van de rugleuning is minimaal 36 en maximaal 46 cm, de lengte minimaal 37 cm;
  • De lendensteun is verstelbaar in hoogte: het middelpunt van de steun is tenminste verstelbaar tussen 17 en 23 cm boven de zitting;
  • De armsteun heeft een verstelbare hoogte van 20 tot 30 cm en is minimaal 5 cm breed en 20 cm lang;
  • De afstand tussen de armsteunen is instelbaar tussen 36 en 51 cm;
  • De afstand van de voorzijde van de armsteun tot de voorzijde van de zitting is minimaal 20 cm;
  • Het onderstel heeft 5 zwenkwielen en is draaibaar;
  • De afstand tussen de draaias en de vloer is minimaal 2 cm;
  • De stoel is veilig en stabiel en heeft geen scherpe of uitstekende delen.

Een kantoortafel die voldoet aan de volgende eisen:

  • Het werkblad is minimaal 120 cm breed x 80 cm diep;
  • De voorzijde heeft een (bijna) recht aanzitdeel van ten minste 65 cm breed;
  • De hoogte is eenvoudig instelbaar tussen 62 en 85 cm (oudere tafels mogen instelbaar zijn tussen 62 en 82 cm);
  • Het bovenblad is licht maar niet wit, krasvast en mat (niet spiegelend);
  • Er is veel vrije knieruime onder de tafel: tenminste 65 cm diep;
  • Bij de voeten is de vrije ruimte 80 cm diep;
  • Het tafelblad is inclusief de draagconstructie aan de voorzijde niet dikker dan 5 cm.
  • Een goed functionerend beeldscherm dat draaibaar, kantelbaar en in hoogte verstelbaar is en voldoende formaat heeft voor de afbeelding van de gelijktijdig benodigde informatie op het scherm;
  • Goed functionerende (mini)toetsenbord en standaardmuis voor gegevensinvoer;
  • Een voetensteunvlak als de medewerker dat wenst. De voetensteun is tenminste 30 x 40 cm groot en in hoogte en hellingshoek instelbaar.

Terug naar boven