Inhoud

 
          2.1.1. Inleiding
 
 
          2.2.1. Beschrijving
 
          2.2.2. Voor wie?
 
          2.2.3. Normen
 
          2.2.4. Tips
 
          2.2.5. Meer weten?
 
          2.2.6. Wat levert het op?
 
          2.3.1. Beschrijving
 
          2.3.2. Voor wie?
 
          2.3.3. Normen
 
          2.3.4.Tips
 
          2.3.5 Meer weten?
 
          2.3.6 Wat levert het op?
 
 
          2.4.1. Beschrijving
 
          2.4.2. Voor wie?
 
          2.4.3. Normen
 
          2.4.4. Tips
 
          2.4.5. Meer weten?
 
          2.4.6. Wat levert het op?
 
 
          2.5.1. Beschrijving
 
          2.5.2. Voor wie?
 
          2.5.3. Normen
 
          2.5.4. Tips
 
          2.5.5. Meer weten?
 
          2.5.6. Wat levert het op?
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 2 - Beeldschermwerk informatie

2.1. Beeldschemwerk informatie

2.1.1. Inleiding

Bij Contactcenters werkt bijna iedereen met een computer. Vaak een groot deel van de dag en veelal onder tijdsdruk. Stil zitten terwijl je armen en handen bewegen is zwaar voor een menselijk lichaam. Dit is namelijk een combinatie van statische en dynamische belasting. Medewerkers kunnen er klachten van krijgen. Deze klachten werden eerst RSI (repetitive strain injury), maar nu steeds vaker KANS (klachten aan nek en schouder) of 'muisarm' genoemd. De klachten beginnen klein en geven eerst last, maar kunnen uitgroeien en zo pijnlijk worden dat medewerkers erdoor uitvallen en zich ziek melden.

Gelukkig is er steeds meer bekend over hoe je beeldschermwerk gezond kunt houden. In deze arbocatalogus lees je wat je als bedrijf en als medewerker hoort te doen: van het inrichten van een ergonomische werkplek tot en met bewegen op het werk.

Contactcenters werken vaak met computers als hulpmiddel en als ondersteuning bij uitvoerende processen. In veel gevallen in combinatie met klanteigen systemen. Het werken met de computer in een contactcenter is niet per definitie beeldschermwerk. In de meeste gevallen wordt het werken met de computer continu afgewisseld met ander handelingen die niet met behulp van de computer worden uitgevoerd. Daarom dient het arbo-besluit beeldschermwerk met de nodige redelijkheid en billijkheid te worden toegepast. Hetzelfde geldt voor het gebruik van pauzesoftware. Daar waar in deze catalogus over beeldschermwerk en pauzesoftware gesproken wordt dient deze afweging te worden meegenomen.

2.2. Thuiswerkplekken

2.2.1. Beschrijving

Binnen de contactcenterbranche wordt thuiswerken, door zowel werkgevers als sociale partners, gestimuleerd daar waar de aard van de werkzaamheden dit mogelijk maakt. Er is alleen nog weinig bekend over de arbeidsomstandigheden van de thuiswerker. Want hoe zit het nu eigenlijk met de faciliteiten die je nodig hebt? En wie is er eigenlijk verantwoordelijk voor thuiswerk-arbeidsomstandigheden?

De verantwoordelijkheden voor de werkplek, staan beschreven in de oplossing Inrichten thuiswerkplek. De overige verantwoordelijkheden vind je hieronder.

2.2.2. Voor wie?

Voor iedereen die thuis meer dan twee uur per dag achter de computer werkt.

2.2.3. Normen

Als een medewerker thuis meer dan twee uur per dag beeldschermwerk verricht, dan wordt de thuiswerker volgens de wet als beeldschermwerker behandelt.

De werkgever moet er voor zorgen dat de thuiswerker zijn werk veilig en gezond kan uitvoeren. Dit houdt in dat de volgende zaken aan dezelfde eisen als op kantoor moeten voldoen:

  • Beeldschermwerk moet na twee uur af te wisselen zijn met ander werk.
  • De werkplek moet ergonomisch ingericht zijn.
  • Medewerkers mogen ten allen tijde een oogonderzoek laten uitvoeren, maar zeker als zij oogklachten hebben.
  • De werkplek moet voldoende verlichting hebben.
  • ls werkgever moet je de risico's van thuiswerken opnemen in de RI&E.
  • Arboregeling: Artikel 5.1 Apparatuur en meubilair
  • Arboregeling: Artikel 5.2. Inrichting van de beeldschermwerkplek
  • Arboregeling: Artikel 5.3. Programmatuur
  • Arbobesluit: Artikel 5.4 Ergonomische inrichting werkplekken
  • Arbobesluit: Artikel 5.7 Definities
  • Arbobesluit: Artikel 5.8 Toepasselijkheid
  • Arbobesluit: Artikel 5.9 Risico-inventarisatie en –evaluatie
  • Arbobesluit: Artikel 5.10 Dagindeling van de arbeid
  • Arbobesluit: Artikel 5.11 Maatregelen m.b.t. ogen
  • Arbobesluit: Artikel 5.12 Voorschriften voor de inrichting van de beeldschermwerkplek
  • Arbobesluit: Artikel 5.14 Thuiswerkers: toepasselijkheid
  • Arbobesluit: Artikel 5.15 Thuiswerkers: werkplek

2.2.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Maak met je leidinggevende afspraken over thuis werken. Wanneer moet je bereikbaar zijn? Zijn alle faciliteiten aanwezig om goed en gezond je werk te kunnen doen? Wat wordt er van je verwacht?
  • Probeer op thuiswerkdagen het dagritme erin te houden. Oftewel: begin op een bepaalde tijd, houd regelmatig pauze. Hoe meer ritme je hebt, hoe beter thuiswerken zal functioneren.
  • Maak een reële planning voor jezelf. Wat wil je op een dag doen en wat is haalbaar?

Voor leidinggevenden:

  • Overleg met de werknemer welke faciliteiten thuis nodig zijn. Heeft de werknemer op de thuiswerkplek voldoende licht om altijd goed te kunnen werken? Heeft de medewerker een goed ingerichte thuiswerkplek?
  • Vraag aan de thuiswerker ook hoe de overige voorzieningen zijn geregeld: zijn de kabels goed weggewerkt, is de apparatuur beveiligd? Is er een rustige werkplek, voldoende afgezonderd van de huiselijke omstandigheden?
  • Geef medewerkers een voorlichting over de risico's verbonden aan thuiswerken en werkhouding.
  • Maak goede afspraken en leg afspraken met de medewerker vast in een thuiswerkovereenkomst. Je kunt daarin de wederzijdse rechten en plichten van de werkgever en werknemer vastleggen. Laat de volgende onderwerpen hierin aan bod komen:o voorlichting  over mogelijke risico's;
    o voorschriften waaraan beeldschermwerk moet voldoen;
    o de inrichting van de werkplek;
    o een verklaring waarin de werknemer aangeeft dat de thuiswerkplek voldoet aan de  arbo-eisen.

2.2.5. Meer weten?

Op de website van het ministerie SZW vind je meer informatie over thuiswerken.

2.2.6. Wat levert het op?

Thuiswerken kan verschillende voordelen hebben, zoals voorkomen van lange reistijden, meer geconcentreerd kunnen werken, een betere afstemming tussen werk en privé en een hogere arbeidsmotivatie.

2.3. Baliewerkplek

2.3.1. Beschrijving

Op sommige contactcenters worden bezoekers ontvangen door een medewerker achter een balie.

De belangrijkste werkzaamheden van een baliemedewerk(st)er zijn: ontvangen van bezoekers, geven van informatie, en doorverwijzen. Daarnaast verricht de baliemedewerker vaak nog administratieve werkzaamheden.

Er zijn verschillende soorten balies, namelijk stabalies, zitbalies en een combinatie van beide.

Het is nodig dat de balie ergonomisch ingericht is. Anders kunnen er door een slechte werkhouding alsnog gezondheidsklachten ontstaan.

2.3.2. Voor wie?

Voor alle contactcenters waarbij bezoekers worden ontvangen aan een balie.

2.3.3. Normen

De baliewerkplek moet ergonomisch ingericht zijn. Ergonomie-eisen zijn er voor de verschillende soorten balies.

Als een medewerker langer dan twee uur per dag beeldschermwerk verricht aan de balie, dan is de wet- en regelgeving voor beeldschermwerk van toepassing:

  • Arbobesluit: Artikel 5.4 Ergonomische inrichting werkplekken
  • Arbobesluit: Artikel 5.12 Voorschriften voor de inrichting van de beeldschermwerkplek
  • Arboregeling: Artikel 5.1 Apparatuur en meubilair
  • NPR Richtlijn 1813: aanbevolen richtlijn

2.3.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Probeer zoveel mogelijk te bewegen tussen het balie- en beeldschermwerk door. Door te bewegen zorg je dat je bloeddoorstroming weer goed op gang komt en voorkom je pijnklachten.

Voor leidinggevenden:

  • Vraag bij aanschaf van een nieuwe balie altijd naar de mening van je werknemers. Zij zijn degene met de ervaring en zij moeten er straks mee werken. Door een eenvoudige proefopstelling van de balie in de praktijk uit te testen voordat je hem laat bouwen, kunnen problemen worden voorkomen.
  • Laat je bij nieuwe ontwerpen of herontwerpen van bestaande balies adviseren door gespecialiseerde ergonomie adviseurs.
  • Niet alle kantoorstoelen zijn geschikt voor baliewerk. Baliestoelen worden over het algemeen zwaarder belast. Let daarom goed op de stevigheid van de constructie en de duurzaamheid van de bekleding. Een baliestoel moet aan een aantal eisen voldoen. Om te controleren of de baliestoel aan voldoet aan alle voorschriften, kun je de leverancier van de baliestoel om een certificaat vragen.

2.3.5. Meer weten?

Meer informatie over baliewerkplekken kun je vinden in:

  • Arbo-Informatieblad nr. 51, Baliewerk, Sdu-uitgevers, Den Haag, 2008.
  • Zie hoofdstuk 5 Arbocatalogus contactcenters: Werkplek

2.3.6. Wat levert het op?

Bij een goed ingerichte balie kunnen de medewerkers hun beeldschermwerk blijven doen terwijl zij de bezoeker te woord staan.

Werknemers kunnen op gelijke ooghoogte communiceren met de bezoekers en daarbij hun computer gebruiken.

Een goed ingerichte balie verminder het risico op RSI-klachten.

baliewerk

2.4. Beeldschermbril

2.4.1. Beschrijving

Met het stijgen van de leeftijd vermindert het functioneren van de ooglens, waardoor je steeds meer moeite kunt krijgen met op korte afstand scherp stellen. Je kunt dan behoefte krijgen aan een aparte brilsterkte voor het werken met een beeldscherm: de beeldschermbril. Een leesbril is in dit geval niet voldoende, omdat een leesbril geschikt is voor een leesafstand van 30 – 35 cm, terwijl het beeldscherm normaal op 50 – 70 cm afstand staat. Met behulp van een oogonderzoek kun je dit laten vaststellen.

2.4.2. Voor wie?

Voor medewerkers die na oogonderzoek een beeldschermbril nodig blijken te hebben.

2.4.3. Normen

Bij een goede beeldschermbril is de sterkte van de glazen afgestemd op de kijkafstanden tot het werk. Uit oogonderzoek blijkt wat voor bril er nodig is. Volgens de Arbowet mag dit niet tot kosten voor de medewerker leiden. Een beeldschermbril moet daarom door de werkgever vergoed worden als de verzekering van de medewerker niet toereikend is. Uw werkgever kan aanvullende voorwaarden stellen over bijvoorbeeld het privé gebruik van de bril, een terugbetalingsregeling wanneer u ontslag neemt of een door de werkgever aangewezen leverancier van de bril. Informeer bij je werkgever over de voorwaarden en condities.

  • Arbobesluit: Artikel 5.11 Maatregelen m.b.t. ogen
  • Arbowet: Artikel 44 Kosten

2.4.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Bij beginnende ouderdomsverziendheid is een eenvoudige leesbril met een volledig glas (geen ‘’halve’’ glazen) met een sterkte van + 1 of + 1,5 vaak al goed.
  • Ga voor het aanmeten van de bril altijd naar een professional, zodat je zeker weet dat de bril bij jouw ogen en werkafstand past.
  • Let goed op de houding van je hoofd bij gebruik van een beeldschermbril, leesbril of multifocale bril. Beweeg je hoofd niet omhoog om door het leesgedeelte te kijken, maar zet je beeldscherm wat lager, zodat je je hoofd recht kunt houden.
  • Als een beeldschermbril niet nodig is, maar je wel moeite hebt met het lezen van kleine letters op het scherm, zijn er mogelijkheden om deze te vergroten:
    o Houdt tijdens het computeren de ctrl-knop ingedrukt en scroll vervolgens naar boven, of
    o Kies in het hoofdmenu ‘beeld’ en vervolgens ‘tekengrootte’. Kies ‘groter’ of ‘extra groot’ om de letters permanent te vergroten.

Voor leidinggevenden:

  • Sommige ziektekostenverzekeraars vergoeden bij een aanvullende verzekering de aanschaf van een beeldschermbril. Controleer dus even welke verzekering de medewerker heeft.
  • Het contactcenter kan in het kader van een aantrekkelijk arbeidsvoorwaardenbeleid streven naar een snelle en laagdrempelige afhandeling van het aanschaffen van beeldschermbrillen. Maak daarom goede afspraken met een opticienketen.
  • Spreek een maximumbedrag af voor de vergoeding van het montuur en de glazen van de bril. Informeer bij jouw werkgever naar de voorwaarden en condities.

2.4.5. Meer weten?

Arbo-Informatieblad nr. 2 Werken met beeldschermen, SDU, Den Haag, 2007.

2.4.6. Wat levert het op?

Met een goede beeldschermbril kun je gemakkelijker van het scherm lezen, zal je minder snel fouten maken, word je minder snel moe en werk je in een betere werkhouding. Dit verkleint de kans op nekklachten, oogvermoeidheid, tranende ogen en hoofdpijn.

2.5. Bewegen op het werk

2.5.1. Beschrijving

Bewegen is gezond. En als je veel achter een beeldscherm werkt is het heel belangrijk om voldoende te bewegen. Door te bewegen zorg je dat de bloeddoorstroming in je lichaam weer goed op gang komt en voorkom je pijnklachten. Kies voor een vorm van bewegen op je werk die bij jou en bij je werk past, dan heb je de meeste kans. Zo heb je goede kans dat het je lukt om er een (goede) gewoonte van te maken. Alle kleine beetjes helpen!

2.5.2. Voor wie?

  • Voor wie niet sport na het werk en wel iets wil doen om fit te blijven.
  • Voor wie regelmatig sport en ook op zijn werk in beweging wil zijn.
  • Eigenlijk voor alle medewerkers, en vooral voor diegenen die veel zittend werk doen.
  • Voor medewerkers die de eerste symptomen van RSI-klachten signaleren

2.5.3. Normen

Volgens het arbobesluit moet je beeldschermwerk na elke 2 uur even onderbreken, bijvoorbeeld door even een ander soort werk te doen, even koffie of thee te halen, of gewoon even te pauzeren. Volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen moet je ten minste vijf dagen per week een halfuur per dag van (24 uur) middelzwaar moeten bewegen om jezelf fysiek fit te houden en gezond te blijven. 40% van de volwassen Nederlanders voldoet niet aan deze norm. Voorbeelden van middelzwaar bewegen zijn: traplopen, sjouwen, fietsen en lopen in een hoog tempo. Het bewegen hoeft niet een halfuur achter elkaar te gebeuren, maar mag over de dag verspreid worden. Bijvoorbeeld ’s ochtends 10 minuten fietsen, ‘s middags 10 minuten wandelen en aan het einde van de dag nog 10 minuten fietsen of oefeningen doen.

  • Arbobesluit: Artikel 5.10 Dagindeling van de arbeid.

2.5.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Sta regelmatig op voor kleine, kortdurende andere werkzaamheden zoals koffie, thee of water halen, kopietjes maken, iets brengen bij of overleggen met een collega, iets uit een kast pakken of een print ophalen;
  • Ga zoveel mogelijk sporten, wandelen of fietsen in de pauzes, bijvoorbeeld wandelen tijdens de lunch met een paar collega’s. Zo kun je ook elkaar stimuleren om te bewegen. Bovendien voel je je na een korte wandeling in de buitenlucht meteen fitter en werk je daarna geconcentreerder.
  • Gebruik vaker de trap. Ook de trap aflopen betekent beweging. En voor wie ook de trap oploopt: je zult zien dat je na een paar weken in plaats van hijgend, lachend boven aankomt.
  • Benut de faciliteiten op je werk. Als je een zit/statafel of een kantoorstoel hebt die kan bewegen, gebruik deze dan zoveel mogelijk. Je hoeft niet lang achtereen te staan of bewegen, kort staan of bewegen is al goed voor je lichaam.
  • Kijk ook eens naar pauzesoftware. Deze herinnert je eraan om pauzes te nemen en geeft ook vaak suggesties voor oefeningen.

Voor leidinggevenden:

  • Je kunt zit/statafels laten plaatsen voor je medewerkers die de hele dag aan het beeldscherm werken. Zij kunnen dan tijdens het beeldschermwerk afwisselen van zittend naar staand werk.
  • Je kunt het fietsen in het woon-werk verkeer stimuleren door gunstige financiële regelingen, bijvoorbeeld een hoge fietskilometervergoeding of het goedkoop ter beschikking stellen van fietsen. Dat mag allemaal van de belastingdienst.
  • Schaf een paar dienstfietsen aan. Het is voor de medewerkers lekker om overdag tussen het werk door buiten te zijn en even te bewegen door op de fiets naar een klant in de buurt te rijden. En het is vaak nog sneller ook.

2.5.5. Meer weten?

  • Op “30 minuten bewegen”  is onder werk veel informatie beschikbaar hoe je dit in een bedrijf kunt aanpakken. (http://www.30minutenbewegen.nl)
  • Op Gezond bewegen en veilig sporten kun je een folder van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport downloaden.
  • Heb jij een te drukke agenda, heb je altijd al een hekel aan sport of hou je het niet vol? Kijk dan eens op de site van Zorgwijzer.nl (https://www.zorgwijzer.nl/faq/nisb). Hier vind je argumenten waarom je juist wel aan sport moet doen.

2.5.6. Wat levert het op?

Door te bewegen raken je spieren, longen, hart en bloedvaten eraan gewend om harder te werken. Daardoor voel je je fitter en krijg je meer energie. Ook kun je na lichamelijke inspanning beter ontspannen, slaap je beter en ben je daardoor minder moe als je 's morgens opstaat. Verder helpt bewegen om een gezond gewicht te houden, krijg je er sterkere spieren en botten van en een betere huid. Bewegen helpt je gezonder te worden: minder kans op diabetes (suikerziekte), minder hoge bloeddruk en cholesterolwaarden en daardoor minder kans op hart- en vaatziekten. Als je in de lunchpauzes beweging neemt (wandelen of fietsen) of het bewegen integreert in het werk (bijvoorbeeld traplopen in plaats van de lift) kost het bewegen je (bijna) geen extra tijd.

2.6. Daglicht op de werkplek

2.6.1. Beschrijving

Daglicht en uitzicht zijn noodzakelijk om prettig en gezond te werken. Wie voor mogelijkheden tot uitzicht en daglicht via dak- of ramen in de kantoorruimte zorgt, draagt bij aan de zorg voor goede arbeidsomstandigheden.

2.6.2. Voor wie?

Voor het contactcenter is het nuttig om preventief of vanwege klachten naar de mogelijkheden tot daglicht en uitzicht te kijken. Daglichttoetreding is volgens het Bouwbesluit verplicht, een nieuw gebouw zal dus automatisch voldoen aan voorschriften voor daglicht. In bestaande gebouwen zal men bij klachten van medewerkers een onderzoek en meting kunnen uitvoeren.

2.6.3. Normen

De verlichting moet voor voldoende licht en een passend contrast tussen beeldscherm en omgeving zorgen. De verlichting moet passen bij het werk en bij de medewerkers. Oudere medewerkers hebben bijvoorbeeld meer licht nodig dan jongere. Ook moet hinderlijke spiegeling en verblinding zijn voorkomen. Er is voldoende daglichttoetreding als het percentage glas (gezamenlijk oppervlak daglichtopeningen) tenminste 5% en bij voorkeur 20 tot 40% van het vloeroppervlakte van de werkruimte bedraagt.

De aanbevolen verlichtingssterkte voor een kantoorruimte ligt tussen de 300 en 500 lux. Voor andere werkruimtes liggen de aanbevolen verlichtingssterkten vaak iets lager.

  • Arbobesluit Artikel 6.3 Daglicht en kunstlicht
  • Arboregeling Artikel 5.2 beeldschermwerkplek.

2.6.4. Tips

Voor leidinggevenden:

  • Gebruik werkruimtes zonder daglicht en uitzicht zoveel mogelijk voor vergaderen of opslag. Als er toch gewerkt moet worden in deze ruimtes beperk dat dan tot maximaal twee uur per dag en/of benoem de ruimte als stilte- en wisselwerkplek.
  • Wanneer een ruimte geen daglicht heeft, kan bijvoorbeeld in de tussenwand naar een ruimte waar wel daglicht is, een groot raam worden gemaakt. Ook is het mogelijk om de wand weg te halen en er één ruimte van te maken.
  • Zet in grote werkruimtes de werkplekken van medewerkers zo dicht mogelijk bij de ramen.

2.6.5. Meer weten?

  • Arbo-Informatieblad nr. 7 Kantoren, SDU, Den Haag, 2007.
  • NEN 2057 'Daglichtopeningen van gebouwen - Bepaling van de equivalente daglichtoppervlakte van een ruimte' geeft informatie over formaat, vorm en plaatsing van de daglichtopeningen

2.6.6. Wat levert het op?

Medewerkers zullen zich in een kantoor met voldoende daglicht en uitzicht prettiger voelen en dit kan leiden tot meer motivatie en meer productiviteit. Door veel daglicht te gebruiken voor de verlichting kan energie bespaard worden.

Aanbevolen verlichtingssterkten:
 

Soort ruimte, taak of activiteit Verlichtingssterkte in lux
Kantoren 300-500
Receptiebalie 300
Kantines, archieven, technische ruimten 200
Bibliotheek, keuken of kassa 500
Magazijnen of toiletten 100
Trappen 150

2.7. Gebruik van sneltoetsen

2.7.1. Beschrijving

Sneltoetsen zijn combinaties van toetsen waarmee functies in de software geactiveerd worden. Het gebruik van sneltoetsen gaat vaak sneller dan werken met de muis. Je hoeft minder handelingen te verrichten. Bovendien is het minder belastend voor je polsen en armen om sneltoetsen te gebruiken. Bij het gebruiken van de muis houd je je armen en polsen namelijk gemakkelijk in een verkeerde houding. Veel sneltoetsen zijn eenvoudig te onthouden. Je kunt er vandaag mee beginnen! Voordat je sneltoetsen activeert vraag eerst of dit ook zonder risico’s voor de werking van de (klanteigen) software kan. Doe dit dus altijd in overleg vooraf met de leidinggevende.

2.7.2. Voor wie?

Voor iedereen die veel met de muis werkt.

2.7.3. Normen

Software moet bij het werk passen dat ermee gedaan wordt. Ook moet de software gemakkelijk te gebruiken zijn en aangepast kunnen worden aan de kennis en ervaring van de gebruiker.

  • Arboregeling: Artikel 5.3. Programmatuur

2.7.4. Tips

Voor leidinggevenden:

  • Geef je medewerkers informatie over de meest gebruikte sneltoetsen. Stel een lijst op met sneltoets-combinaties.
  • Verwacht niet dat je medewerkers de sneltoetsen direct toepassen. Geef ze de tijd om er aan te wennen en stimuleer hen in het gebruik ervan. Gebruik zelf ook sneltoetsen.
  • Zorg ervoor dat de preventiemedewerker beeldschermwerk de sneltoetsen goed beheerst, zodat hij/zij de medewerkers hierin kan begeleiden.
  • Overweeg de aanschaf van 'moderne muizen': er zijn muizen die een sneltoets hebben voor het per pagina scrollen door documenten en voor het aansturen van de startpagina.
  • Als je bedrijfseigen software gebruikt, ga dan na welke sneltoetsen gebruikt kunnen worden. Maak hier een lijst van en verspreid die onder de gebruikers.

Voor medewerkers:

  • Maak zelf een kort lijstje van de meest gebruikte functies en hun sneltoetsen. Plaats dit lijstje op een prominente plaats, bijvoorbeeld aan je beeldscherm of op je documenthouder. Maak er een gewoonte van deze altijd te gebruiken. Zodra gebruik van deze sneltoetsen gewoonte is, vervang je dit lijstje door een nieuw lijstje met andere sneltoetsen.
  • Je kunt ook zelf sneltoetsen programmeren van veel gebruikte symbolen.
  • Vraag de preventiemedewerker beeldschermwerk of een ervaren collega om mee te kijken en je tips te geven over het gebruik van de sneltoetsen.

2.7.5. Meer weten?

  • Naast de algemene lijst met sneltoetsen zijn er lijsten die geschikt zijn voor specifiek gebruik. Ze zijn beschikbaar op internet:
  • Sneltoetsen voor MS Windows;
  • Sneltoetsen voor Mac;
  • Sneltoetsen voor beeldschermgebruikers met een visuele handicap.
  • Je kunt de sneltoetsen leren door de lijst vaak te bekijken en de sneltoetsen bewust te gebruiken. Het snelst leer je ze door een groepstraining op de werkplek te volgen. Een online-training heeft als voordeel dat je het op een eigen gekozen moment kan volgen.

2.7.6. Wat levert het op?

Als u  met sneltoetsen werkt, werkt u sneller dan met de muis. Daarnaast is het fysiek minder belastend. Je wint er dus tijd mee en de kans op RSI-klachten wordt kleiner.

Het onder de knie krijgen van de sneltoetsen kost wat tijd, bij de een meer dan bij de ander. Deze tijdsinvestering is echter snel terugverdiend.

2.8. Handleiding werkplekinstelling

2.8.1. Beschrijving

Een ergonomisch ingerichte werkplek is de basis voor gezond beeldschermwerk. De plaats en instelmogelijkheden van je bureaustoel, beeldscherm, toetsenbord en documenthouder zijn groot. Daarom is het nuttig om stap voor stap de onderstaande handleiding te gebruiken bij het instellen van je werkplek. De handleiding legt met behulp van tekeningen uit hoe je dit precies kunt doen. Bij 'meer weten' kun je de handleiding downloaden. Volg de stappen om je werkplek goed in te stellen:

  • Stoel;
  • Werktafel;
  • Armen;
  • Beeldscherm;
  • Concepthouder;
  • Toetsenbord;
  • Muis.

2.8.2. Voor wie?

Voor iedereen die bij een contactcenters werkt en met een beeldscherm werkt.

2.8.3. Normen

Medewerkers moeten voorgelicht worden over de risico's van hun werk en de maatregelen die genomen zijn om die risico's tegen te gaan.

  • Arbowet : Artikel 8 Voorlichting en onderricht

2.8.4. Tips

Voor leidinggevenden:

  • Breng de handleiding onder de aandacht van je medewerkers
  • Besteed extra aandacht aan nieuwe medewerkers. Leer hen meteen om hun werkplek goed in te stellen, voordat ze gewend raken aan hun eigen manier van werken.
  • Een deskundige medewerker zou als preventiemedewerker de medewerkers kunnen helpen bij het juist instellen van de werkplek
  • Geef zelf het goede voorbeeld door de eigen werkplek ook goed in te stellen

Voor medewerkers:

  • Lukt het je even niet om je werkplek in te stellen zoals jij het wil? Neem dan, in overleg met je leidinggevende, contact op met de preventiemedewerker of een arboadviseur.
  • Neem de moeite om je werkplek goed in te stellen, juist ook op een Wisselwerkplekwisselwerkplek. Het kost minder tijd dan je denkt en je zult er profijt van hebben: je lichaam wordt minder moe van je werk en je hebt minder kans op klachten.

2.8.5. Meer weten?

  • De handleiding optimale instelling beeldschermwerkplek helpt je bij het instellen van jouw beeldschermwerkplek.
  • Lees aan welke eisen bureaustoel en werktafel je meubilair moet voldoen.
  • In een werkplekpaspoort worden alle belangrijke maten van de werkplek per medewerker ingevuld.
  • Arbo-Informatieblad nr. 2 Werken met beeldschermen, SDU, Den Haag, 2007.

2.8.6. Wat levert het op?

Met deze handleiding kun jezelf je werkplek goed instellen. Een goed ingestelde werkplek betekent werken in een gezonde werkhouding. Hierdoor is er minder kans op verzuim door RSI-klachten.

2.9. Hinderlijk geluid

2.9.1. Beschrijving

Medewerkers vinden het vaak lastig om goed te presteren als zij last hebben van geluid. Zeker in grote open ruimtes waar veel medewerkers tegelijkertijd werken kan al snel veel geluid ontstaan. Je kunt maatregelen nemen om het geluid te 'absorberen' of het geluid tussen kantoorvertrekken te isoleren en met elkaar goede werkafspraken maken. In grote ruimtes waar veel medewerkers werken kun je geluidsabsorptie toepassen: zachte materialen op de vloer, aan de wand of aan het plafond (bijv. akoestische plafondtegels) aanbrengen. Ook kun je kastenwanden of schotten tussen de werkplekken als geluidsbarrière gebruiken. Contactcenters maken gebruik van speciale headsets die het omgevingsgeluid wegfilteren. Ook pauzemuziek neemt omgevingsgeluid weg op momenten dat er niet gebeld wordt.

2.9.2. Voor wie?

Voor het contactcenter om preventief of na klachten maatregelen te nemen tegen geluidsoverlast.

Bij klachten van medewerkers kan je onderzoek met geluidsmetingen laten uitvoeren door bijvoorbeeld een arbeidsdeskundige voordat je maatregelen neemt. Met absorptiemaatregelen kun je het geluidsniveau met maximaal 5 d(B)A omlaag brengen. Als er vooral in kleinere kantoorvertrekken gewerkt wordt, is isolatie tussen de vertrekken belangrijk.

2.9.3. Normen

  • Het geluid van computers mag de aandacht van medewerkers niet verstoren.
  • Maximale aanbevolen niveaus voor geluidshinder zijn afhankelijk van het soort kantoorwerk en liggen tussen de 35 en 80 decibel.
  • Arboregeling: Artikel 5.2. Inrichting van de beeldschermwerkplek.
Mate van concentratie in de functie Geluidsniveau
Geen 80 dB (A)
Gering 75 dB (A)
Gemiddeld 55 dB (A)
Hoog 35 dB (A)

 

Mate van communicatie in de functie Geluidsniveau
Geen 80 dB (A)
Zeer gering 75 dB (A)
Gering 65 dB (A)
Gemiddeld 55 dB (A)
Ruim 45 dB (A)
Hoog 35 dB (A)

2.9.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Laat het je collega's en leidinggevende weten als je last hebt van geluid. Samen zoeken naar oplossingen gaat gemakkelijker dan alleen. Maak samen afspraken over het omgaan met geluidshinder van elkaar.
  • Houd rekening met je collega's.

Voor leidinggevenden:

  • Zit een verbouwing er voorlopig niet in? Denk dan eens aan:
  • Concentratie/stilteruimtes waar medewerkers wisselend gebruik van kunnen maken om grotere taken uit te voeren.
  • Praathoeken buiten de werkruimte waar medewerkers kunnen overleggen.

2.9.5. Meer weten?

  • Arbo-Informatieblad nr. 7 Kantoren, SDU, Den Haag, 2007.

2.9.6. Wat levert het op?

Geluidshinder aanpakken helpt om de communicatie en concentratie van medewerkers te bevorderen. Dit zal de kwaliteit van het werk en de productiviteit ten goede komen.

2.10. Inkoop kantoormeubilair

2.10.1. Beschrijving

Een ergonomisch ingerichte werkplek vormt een goede basis voor gezond beeldschermwerk. Bij het inkopen van nieuw kantoormeubilair is het dan ook nodig om op de ergonomische eigenschappen ervan te letten. Het gaat dan om een goede bureaustoel, werktafel, apparatuur en accessoires.

2.10.2. Voor wie?

Voor elk contactcenter om met de inkoop een goede basis voor gezond beeldschermwerk te leggen.

2.10.3. Normen

  • Een beeldschermwerkplek moet ergonomisch zijn ingericht. Ergonomische eisen voor de werkplek zijn er ten aanzien van de stoel, kantoortafel, beeldscherm, toetsenbord, muis en voetensteunvlak;
  • Arbobesluit: Artikel 5.4 Ergonomische inrichting werkplekken;
  • Arbobesluit: Artikel 5.12 Voorschriften voor de inrichting van de beeldschermwerkplek;
  • Arboregeling: Artikel 5.1 Apparatuur en meubilair.

2.10.4. Tips

Voor medewerkers:
Heb je vragen over het instellen van je werkplek of heb je lichamelijke klachten? Schakel in overleg met de leidinggevende de hulp in van de arboadviseur of de preventiemedewerker. Kijk ook eens naar voorlichting instellen werkplek.

Voor leidinggevenden:

  • Kies samen met (een vertegenwoordiging van) de medewerkers, de preventiemedewerker welk kantoormeubilair jullie gaan gebruiken. Maak wel een voorselectie op basis van de ergonomische normen, zodat je niet uit tientallen stoelen of tafels moet kiezen, maar uit twee of drie verschillende typen.
  • Vraag vooraf aan de leverancier aan welke ergonomische normen het meubilair voldoet. Professioneel meubilair voldoet meestal aan de ergonomische normen.
  • Vraag om een proefplaatsing van nieuw aan te schaffen bureaustoelen. Let tijdens de proefplaatsing ook op het gebruiksgemak: als je voor diverse aanpassingen, zoals bijvoorbeeld het verstellen van de armleuningen in de breedte, steeds iemand van de technische dienst of van buiten moet laten komen is dat erg onhandig.
  • Zorg dat (nieuwe) medewerkers voorlichting krijgen van bijvoorbeeld een ergonoom, de leverancier, arboadviseur of preventiemedewerker op welke wijze de kantoorwerkplek goed wordt ingesteld en het bestgoed wordt gebruikt.
  • Bij gebruik van wisselwerkplekken en laptopcomputers gelden bijzondere wensen. Zie wisselwerkplek en werken met een laptop.
  • Als speciale hulpmiddelen (aangepaste muis, rolbal of trilmuis, tablet of pen, gesplitst toetsenbord etc.) of een aangepaste werkplek nodig zijn, kun je dit het beste door een ergonoom of arboadviseur laten beoordelen. Dat voorkomt onnodige en verkeerde aanschaf van hulpmiddelen.

2.10.5. Meer weten?

Arbo-Informatieblad nr. 2 Werken met beeldschermen, SDU, Den Haag, 2007.

  • Voor meer uitgebreide informatie zie de informatieset voor de inkoper van kantoormeubilair.

2.10.6. Wat levert het op?

Met een ergonomische werkplek is een gezonde werkhouding voor beeldschermwerk mogelijk. Daardoor is er minder kans op klachten aan rug, nek, schouder, arm, pols en hand. Ergonomisch kantoormeubilair lijkt bij de aanschaf wellicht duurder, maar het is beter om meteen goede producten kopen dan om later dubbel voor nieuw meubilair en verzuimkosten te betalen.

2.11. Inrichten thuiswerkplek

2.11.1. Beschrijving

Steeds meer medewerkers werken (een deel van hun werktijd) vanuit huis. Medewerkers kunnen zich thuis vaak beter concentreren en besparen reis- en filetijd en daardoor ook vaak veel stress. Zo kan thuiswerken een bijdrage leveren aan het voorkomen van verzuim. Het is alleen wel noodzakelijk om ook thuis aandacht aan de werkplek te schenken. Anders kunnen er door een slechte werkhouding alsnog gezondheidsklachten ontstaan. En een werkplek thuis hoort aan dezelfde basiseisen te voldoen als een werkplek op het bureau. Medewerkers en hun werkgever kunnen samen over de ergonomische kwaliteit van de thuiswerkplek waken.

2.11.2. Voor wie?

Voor iedereen die thuis meer dan twee uur per dag beeldschermwerk verricht.

2.11.3. Normen

Een medewerker die zonder overleg met de werkgever thuis werkt, is zelf verantwoordelijk voor de ergonomische thuiswerkplek. Als je als bedrijf je medewerkers vraagt om thuis te werken, ben je als contactcenter verantwoordelijk voor de werkplekinrichting en aansprakelijk voor het eventuele ontstaan van RSI-klachten. Daarom moet je als werkgever nagaan wat de ergonomische kwaliteit is van de thuiswerkplek. Als de thuiswerkplek van de medewerker niet aan de ergonomische eisen voldoet zal je als contactcenter apparatuur en/of meubilair ter beschikking moeten stellen aan de medewerker. Ergonomische eisen voor de werkplek zijn er ten aanzien van stoel, contactcenter of werktafel, beeldscherm, toetsenbord, muis en (eventueel) voetensteun.

De regels hierover staan in verschillende wetgevingsdelen:

  • Arbobesluit: Artikel 5.4 Ergonomische inrichting werkplekken
  • Arbobesluit: Artikel 5.7 Definities
  • Arbobesluit: Artikel 5.8 Toepasselijkheid
  • Arbobesluit: Artikel 5.9 Risico-inventarisatie en -evaluatie
  • Arbobesluit: Artikel 5.10 Dagindeling van de arbeid
  • Arbobesluit: Artikel 5.11 Maatregelen m.b.t. ogen
  • Arbobesluit: Artikel 5.12 Voorschriften voor de inrichting van de beeldschermwerkplek
  • Arbobesluit: Artikel 5.15 Thuiswerkers: werkplek

2.11.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Als je zelf thuis wilt werken in plaats van op kantoor, dan ben je zelf verantwoordelijk voor je thuiswerkplek.
  • Spreek je leidinggevende erop aan als je meer dan gemiddeld 2 uur per dag thuis moet werken van het bedrijf, maar daar geen goede computer en/of goed kantoormeubilair hebt.

Voor leidinggeven:

  • Als je medewerkers thuis al een goede werkplek hebben hoef je als contactcenter geen computer of meubilair meer ter beschikking te stellen voor die thuiswerkplek.
  • Met een checklist kan je je medewerker vragen de thuiswerkplek te beoordelen om zodoende na te gaan of de werkplek aan de ergonomische eisen voldoet. Laat de medewerker ook een foto van zijn werkplek maken. Als werkgever kun je ook overleggen of de werkplek thuis door de preventiemedewerker kan worden gecontroleerd.

2.11.5. Meer weten?

Met de handleiding optimale instelling beeldschermwerk kun je stap voor stap jouw werkplek goed instellen Een beoordeling van je werkplek kan je uitvoeren met de Checklist uit Arbo-informatieblad nr. 2

2.11.6. Wat levert het op?

Een goede thuiswerkplek betekent dat medewerkers ook thuis hun beeldschermwerk in een gezonde werkhouding kunnen doen. Daardoor zijn er minder gezondheidsklachten aan rug, nek, schouder, arm, pols en hand te verwachten.

2.12. Maximale tijdsduur beeldschermwerk

2.12.1. Beschrijving

Hoe lang zit jij per dag achter de computer? Hoeveel uur op je werk? En thuis?

Wil je gezondheidsklachten voorkomen? Dan is het belangrijk om regelmatig van werkhouding te veranderen. Daarnaast ben je verplicht om meerdere effectieve pauzes te nemen. Bovendien is het belangrijk om het aantal uren beeldschermwerk per dag te beperken.

2.12.2. Voor wie?

Voor wie lange beeldschermdagen maakt. Let op: het beperken van het aantal uren beeldschermwerk is niet altijd mogelijk. Soms is er geen ander werk dan beeldschermwerk. In dat geval, is het soms mogelijk om met minder contracturen per dag te werken (parttime werk).

2.12.3. Normen

Het werk moet zoveel mogelijk zo georganiseerd zijn dat medewerkers er geen gezondheidsklachten van krijgen. Ook dien je eenzijdig en tempogedwongen werk zoveel mogelijk te beperken.

Ergonomen bevelen als maximale tijdsduur voor beeldschermwerk zes uur per dag aan. Dit is inclusief het aantal uren dat je thuis achter de computer zit.

  • Arbowet : Artikel 3 lid 1 sub a en sub d Arbobeleid
  • Arbobesluit: Artikel 5.10 Dagindeling van de arbeid

2.12.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Benut kleine pauzes als kans om even van houding te veranderen en je ledematen te strekken.
  • Heb je in je functie ook niet-beeldschermgebonden taken? Spreid deze dan zoveel mogelijk over je week, zodat je per dag zo min mogelijk beeldschermuren maakt. Kijk ook bij Taakroulatie en werkafwisseling.
  • Als je op je werk veel stil zit, zoek dan thuis zoveel mogelijk naar een actieve manier van ontspannen.
  • Hoef je op je werk niet veel na te denken? Laat dan 's avonds je hersens nog even kraken. Heb je op je werk al veel bedacht, gun je hersens 's avonds dan rust.

Voor leidinggevenden:

  • Goed voorbeeld doet volgen. Werk zelf als leidinggevende ook niet teveel uren per dag aan de computer.
  • Spreek medewerkers erop aan als zij te lang doorwerken en zoek samen naar een oplossing.

2.12.5. Meer weten?

Arbo-Informatieblad nr. 2 Werken met beeldschermen, SDU, Den Haag, 2007.

2.12.6. Wat levert het op?

Vermindering van het aantal uren beeldschermwerk heeft de volgende voordelen:

  • Minder eenzijdige belasting;
  • Doorbreken van een slechte of statische werkhouding;
  • Mentale afwisseling;
  • Meer herstelkansen bij (beginnende) klachten.

Contactcenters werken vaak met computers als hulpmiddel en als ondersteuning bij uitvoerende processen. In veel gevallen in combinatie met klanteigen systemen. Het werken met de computer in een contactcenter is niet per definitie beeldschermwerk. In de meeste gevallen wordt het werken met de computer continu afgewisseld met ander handelingen die niet met behulp van de computer worden uitgevoerd. Daarom dient het arbo-besluit beeldschermwerk met de nodige redelijkheid en billijkheid te worden toegepast. Dit zelfde geldt voor het gebruik van pauzesoftware. Daar waar in deze catalogus over beeldschermwerk en pauzesoftware gesproken wordt dient deze afweging te worden meegenomen.

2.13. Oogonderzoek

2.13.1. Beschrijving

Merk je dat je de letters op je beeldscherm niet goed kunt zien? Hang je steeds verder voorover om de tekst maar te kunnen lezen? En zijn je ogen na een werkdag vermoeid, tranend of prikkelend? Uit onderzoek blijkt gelukkig dat je ogen hier niet van achteruit gaan. Toch kan een oogonderzoek noodzakelijk zijn om na te gaan of je wel goed op beeldschermafstand kan zien. Want oogklachten zijn natuurlijk vervelend. Bovendien is goed zien nodig om je werk goed uit te voeren, zeker als je met het opmaken van veel kleine letters en kleuren bezig bent.

2.13.2. Voor wie?

Vooral voor medewerkers die niet goed op het beeldscherm kunnen zien of oogklachten krijgen bij het beeldschermwerk. Ook belangrijk voor nieuwe medewerkers en periodiek voor alle medewerkers. Na een werkplekonderzoek volgt zo nodig een oogonderzoek bij een bedrijfsarts of opticien. Deze stelt vast of er een zogenaamde beeldschermbril nodig is of dat extra onderzoek bij een oogarts wenselijk is.

2.13.3. Normen

Oogonderzoek is een recht van nieuwe medewerkers die nog niet eerder met een beeldscherm gewerkt hebben en van medewerkers die klachten hebben. Sowieso hebben medewerkers het recht om periodiek een oogonderzoek te ondergaan. Hoe vaak 'periodiek' is wordt binnen het contactcenter afgesproken met de werknemersvertegenwoordiging. Neem dus eerst contact op met je leidinggevende en vraag naar de regeling voor jouw bedrijf voor het aanvragen van een oogonderzoek.

  • Arbobesluit: Artikel 5.11 Maatregelen m.b.t. ogen

Een passend oogonderzoek omvat minimaal een:

  • Anamnese;
  • Gezichtsscherptemeting;
  • Accommodatiemeting;
  • Beoordeling van de werkplek.

2.13.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Loop niet te lang door met oogklachten: laat je ogen controleren of meten als je snel vermoeid bent door het kijken op het beeldscherm of klachten krijgt als tranende of prikkelende ogen. Voor je het weet ga je krampachtig zitten om je beeldscherm goed te lezen. Dit kan als het langer duurt tot RSI-klachten leiden.
  • Je kunt ook oogklachten krijgen doordat je beeldscherm niet goed is opgesteld of door slechte verlichting. Kijk dus ook eens bij Handleiding werkplekinstelling en verlichting.
  • Heb je een gewone dubbelfocusbril? Merk je dat je je hoofd naar achteren moet trekken om het beeldscherm goed te kunnen lezen? Dat kan snel klachten geven, ook voor jou is een oogonderzoek aan te bevelen!

Voor leidinggevenden:

  • Hoe groter je bureau, hoe handiger om vooraf goede afspraken te maken met de bedrijfsarts of een opticien(keten) met filialen in de nabijheid van de vestigingsplaats van je bureau. Deze afspraken kunnen ook over het oogonderzoek en de eventuele beeldschermbril gaan.
  • Zorgen dat je medewerkers op hun beeldscherm goed kunnen zien, is een preventieve maatregel om te voorkomen dat ze krampachtig gaan zitten en op den duur RSI-klachten krijgen.

2.13.5. Meer weten?

  • Arbo-Informatieblad nr. 2 Werken met beeldschermen, SDU, Den Haag, 2007.
  • Richtlijn Handelen van de bedrijfsarts bij het oogonderzoek bij beeldschermwerkers, NVAB, Utrecht, 2001

2.13.6. Wat levert het op?

Oogonderzoek is nodig om te beslissen of een beeldschermbril nodig is en om deze aan te kunnen meten. Een goede beeldschermbril verkleint de kans op nekklachten, vermoeide en tranende ogen en hoofdpijn. Wanneer de medewerkers goed het scherm kunnen zien, maken zij minder fouten.

Een oogonderzoek kan uitgevoerd worden door een opticien of bedrijfsarts. In gecompliceerdere gevallen verwijzen deze door naar een oogarts. De werkgever kan hier een regeling voor getroffen hebben met de arbodienst of de bedrijfsarts. Informeer dus altijd eerst naar de bestaande regelingen.

2.14. Pauzeren

2.14.1. Beschrijving

Beeldschermwerk afwisselen met pauzes is noodzakelijk. Zonder pauzes aan één stuk doorwerken is slecht voor je concentratie. Je verliest je scherpte. Bij beeldschermwerk is het belangrijk om voor mentale en lichamelijke afwisseling van je werkzaamheden te zorgen.

Door regelmatig in beweging te komen zorg je ervoor dat de doorbloeding van je spieren weer op gang komt en voorkom je lichamelijke klachten. Het beste is om beeldschermwerk af te wisselen met ander, niet beeldschermgebonden, werk.  Maar soms is dat niet mogelijk. Neem dan regelmatig een moment van rust.  Let bij het pauzeren op de intensiteit van je werk aan het beeldscherm.

Vaker kort pauzeren is beter dan één keer lang pauzeren. Dus bij intensief beeldschermwerk liever vijf a tien minuten rust na een uur werken dan tien minuten na elke twee uur.

2.14.2. Voor wie?

Voor wie meer dan twee uur per dag met een beeldscherm werkt.

2.14.3. Normen

Je moet volgens de arbeidstijdenwet ten minste 30 minuten pauze nemen, als je meer dan 5,5 uur per dag werkt. Deze pauze mag ook verdeeld worden in 2 maal 15 minuten. Met toestemming van de werknemersvertegenwoordiging kan deze pauze beperkt worden tot 15 minuten.

Als je meer dan 10 uur op een dag werkt moet je tenminste 45 minuten pauze nemen. Deze pauze mag in 3 maal 15 minuten worden verdeeld.

Je moet volgens het arbobesluit je beeldschermwerk na elke twee uur ten minste tien minuten onderbreken. Bij intensief beeldschermwerk kan het verstandig zijn om deze onderbreking te splitsen in elk uur ten minste vijf minuten.

  • Arbobesluit: Artikel 5.10 Dagindeling van de arbeid
  • Arbobesluit: Artikel 5.4 Ergonomische inrichting werkplekken

2.14.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Gebruik de afgesproken pauzes. Aan het eind van de dag blijk je productiever en minder moe als je even hebt gepauzeerd. Bovendien zorg je er zo voor dat je lichamelijk fit blijft!
  • Juist als de werkdruk hoog is, is het belangrijk regelmatig (korte) pauzemomenten in te lassen omdat dan het risico op klachten het grootst is.
  • Beweeg zoveel mogelijk tijdens de pauzes: doe oefeningen of ga wat lopen.
  • Beweeg ook zoveel mogelijk terwijl je achter je beeldscherm zit. Neem elke tien minuten een micropauze van 20 seconden om je spieren te ontspannen.

Voor leidinggevenden:

  • Maak goede afspraken over pauzetijden en over hoe lang deze mogen duren.
  • Let er op dat je medewerkers de afgesproken pauzes en beeldschermonderbrekingen gebruiken. Juist de harde werkers die systematisch doorwerken tijdens de pauzes lopen kans op lichamelijke klachten.
  • Ondersteun je medewerkers bij het opbouwen van gezonde gewoontes. Ga na of medewerkers tijdens de beeldschermonderbrekingen mogelijkheden hebben voor Taakroulatie en werkafwisseling. Check ook of je afspraken wilt maken over de Maximale tijdsduur beeldschermwerk.
  • Het gebruik van goed ingestelde pauzesoftware kan voor medewerkers een stimulans zijn bij het nemen van pauzes en doen van oefeningen.

2.14.5. Meer weten?

  • Arbo-Informatieblad nr. 2 Werken met beeldschermen, SDU, Den Haag, 2007.

2.14.6. Wat levert het op?

Het blijkt dat regelmatig kort pauzeren de kans op het maken van fouten vermindert en de werksnelheid doet toenemen. Bovendien zijn pauzes tijdens beeldschermwerkzaamheden nodig om RSI te voorkomen.

Langdurig in één houding werken aan een beeldscherm leidt namelijk tot vermindering van de doorbloeding in armen, handen en vingers. Dit is een belangrijke oorzaak van het ontstaan van RSI. Pauzes waarin medewerkers in beweging komen helpen om de doorbloeding te verbeteren.

2.15.  Pauzesoftware

2.15.1. Beschrijving

Als je lang stil zit achter je computer terwijl je armen en handen steeds dezelfde bewegingen uitvoeren, kun je last krijgen van je nek, schouders of armen. Regelmatig een hele korte pauze nemen en even bewegen helpt om de doorbloeding op gang te krijgen. Pauzesoftware kan je hierbij helpen. Er zijn verschillende soorten pauzesoftware op de markt, die je waarschuwen wanneer het tijd is voor een pauze en die bewegingsoefeningen aanbieden die je op dat moment kunt doen. In grote lijnen bieden alle soorten pauzesoftware hetzelfde:

  • De software geeft aan wanneer het tijd is voor korte en lange pauzes op basis van de verstreken tijd, het aantal muisacties en het aantal toetsaanslagen.
  • De software geeft je oefeningen, ergonomische tips en adviezen.
  • De software waarschuwt je bijvoorbeeld wanneer je een te hoge werkintensiteit hebt, te lang achter elkaar werkt en als je te veel muisacties en aanslagen hebt.
  • De software hout een overzicht bij van je computergebruik over een langere periode.
  • Je kunt de software instellen naar je persoonlijke voorkeur. Dit gebeurt vaak met behulp van een gebruikersbepaling voorafgaande aan de eerste keer dat je de software gaat gebruiken.

2.15.2. Voor wie?

Vooral handig voor wie wel pauze wil nemen maar dat regelmatig vergeet.

2.15.3. Normen

Je moet het beeldschermwerk na elke twee uur even onderbreken, door bijvoorbeeld even wat anders te doen, koffie of thee te halen, of gewoon te pauzeren.

  • Arbobesluit: Artikel 5.10 Dagindeling van de arbeid

2.15.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Gebruik pauzesoftware als je weet dat je uit je zelf te weinig korte pauzes neemt of als je klachten hebt. De software herinnert je eraan om je armen even te laten rusten of om er oefeningen mee te doen.
  • Kijk kritisch naar je eigen werkgedrag
  • Weet dat je altijd even aan pauzesoftware moet wennen: het is immers de bedoeling dat je anders gaat werken en pauzeren dan voorheen. Als je de software afstemt op je eigen beeldschermgedrag en je wensen dan zul je het nieuwe gedrag gemakkelijker leren.
  • Houd het juist in drukke periodes vol om de pauzesoftware te gebruiken. Juist dan is namelijk de kans op klachten het grootst en kun je tips om je beeldschermwerk gezond te houden goed gebruiken!

Voor leidinggevenden:

  • Ga na welke software bij jullie soort werk aansluit en de medewerkers ondersteunt. De kwaliteit van de pauzesoftwareprogramma’s loopt sterk uiteen. Bij sommige programma’s ontbreekt feedback en/of is de onderbouwing van het beoordelingssysteem van de software onbekend of achterhaald. Daarnaast zijn er programma’s die tot pauze dwingen, zodat je even niet verder kan werken. Dit kan als hinderlijk ervaren worden door medewerkers. Ook is niet alle pauzesoftware geschikt voor de Mac, en kan het sommige softwareprogramma’s verstoren. Bedenk dus goed welke pauzesoftware je gaat aanschaffen.
  • Zorg bij de introductie van de software ervoor dat medewerkers het programma instellen op hun eigen gegevens en voorkeuren.
  • Begin met de introductie bij medewerkers die gemotiveerd zijn of al eens klachten hebben gehad. Zij kunnen een voorbeeldfunctie vervullen en andere medewerkers stimuleren tot gebruik van pauzesoftware.

2.15.5. Meer weten?

Onderstaande links geven aanvullende informatie van leveranciers over hun programma's voor pauzesoftware:

  • Beeldschermtachograaf;
  • Workpace;
  • RSI shield;
  • Workrave.

Om na te gaan of de aangeboden software goed is en goed bij jullie contactcenter past, lees je de Tips voor de aanschaf van pauzesoftware.

2.15.6. Wat levert het op?

Pauzesoftware geeft je waarschuwingen bij te lang en te intensief werken en stimuleert je om te bewegen tijdens het werken. Met pauzesoftware krijg je inzicht in je eigen werkgedrag.

Door het aannemen van een andere werkhouding in de pauzes verbetert de doorbloeding van nek, schouders en armen. De kans dat beeldschermwerkers gezondheidsklachten ontwikkelen, vermindert hierdoor aanzienlijk. Uit onderzoek is verder gebleken dat het regelmatig nemen van (korte) pauzes de arbeidsproductiviteit vergroot!

Contactcenters werken vaak met computers als hulpmiddel en als ondersteuning bij uitvoerende processen. In veel gevallen in combinatie met klanteigen systemen. Het werken met de computer in een contactcenter is niet per definitie beeldschermwerk. In de meeste gevallen wordt het werken met de computer continu afgewisseld met ander handelingen die niet met behulp van de computer worden uitgevoerd. Daarom dient het arbo-besluit beeldschermwerk met de nodige redelijkheid en billijkheid te worden toegepast. Dit zelfde geldt voor het gebruik van pauzesoftware. Niet altijd is het mogelijk om pauzesoftware toe te passen gelet op de specifieke kenmerken va het werk in een contactcenter. Daar waar in deze catalogus over beeldschermwerk en pauzesoftware gesproken wordt dient deze afweging te worden meegenomen.

2.16. Preventiemedewerker beeldschermwerk

2.16.1. Beschrijving

Je kunt één of meer medewerkers laten opleiden tot preventiemedewerker. Kies hier een medewerker voor die interesse in het onderwerp heeft. Een preventiemedewerker is een medewerker die zijn collega's advies geeft over de werkplekinstelling, werkhouding en hulpmiddelen.

Een interne preventiemedewerker is dichtbij en gemakkelijk toegankelijk voor vragen en advies. Daardoor kunnen problemen snel opgelost worden. En bovendien is een preventiemedewerker verplicht en belangrijk om RSI-klachten te voorkomen.

2.16.2. Voor wie?

Voor kleine en grote contactcenters. Kleine contactcenters kunnen één preventiemedewerker laten opleiden, die ook weet hoe om te gaan met beeldschermwerk.. Voor grote contactcenters loont het zelfs om meerdere preventiemedewerkers op te laten leiden, ieder met kennis van een deelgebied. Daarmee zorg je dat een preventiemedewerker regelmatig met het onderwerp bezig is zonder dat het een dagtaak wordt. Preventiemedewerker beeldschermwerk ben je naast je normale functie.

2.16.3. Normen

Volgens de Arbowet moet iedere werkgever één of meerdere werknemers aanwijzen als preventiemedewerker. Bij bedrijven met minder dan 15 werknemers mag de werkgever deze rol zelf vervullen.

De preventiemedewerker draagt zorg voor de alledaagse veiligheid en gezondheid van medewerkers.

Dit houdt in dat de preventiemedewerker in ieder geval:

  • Meewerkt aan het opstellen van de RI&E;
  • Maatregelen uitvoert om de gezondheid en veiligheid van medewerkers te bevorderen, waaronder voorlichting;
  • De personeelsvertegenwoordiging of andere medewerkers adviseert over gezond werken.

2.16.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Ga bij P&O of je leidinggevende na wie in jouw bedrijf de preventiemedewerker is. De preventiemedewerker beeldschermwerk is een gespecialiseerde preventiemedewerker die daar een cursus voor heeft gevolgd. Daarom kan je hem of haar gemakkelijk en snel raadplegen. Schakel hem of haar in als je vragen hebt over gezond beeldschermwerk of als je (beginnende) klachten hebt. Voorkomen is beter dan genezen!

Voor leidinggevenden:

  • Voer werkplekaanpassingen snel uit en schaf de hulpmiddelen die de preventiemedewerker beeldschermwerk aanraadt snel aan. Zo voorkom je een toename of verergering van de klachten bij de medewerkers.
  • Check of je medewerkers de adviezen van de preventiemedewerker naleven.
  • Maak vooraf goede afspraken met de preventiemedewerker over de tijdsbesteding, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Dit voorkomt misverstanden in de toekomst.
  • Maak intern bekend dat er een preventiemedewerker is en waarvoor je hem of haar kunt raadplegen.

2.16.5. Meer weten?

  • De cursus preventiemedewerker is bedoeld voor medewerkers die hun collega's actief willen voorlichten, instrueren en adviseren. Kijk hier voor meer uitleg over de cursus preventiemedewerker en het aanmelden.
  • In de wet staat geen omschrijving van het minimale deskundigheidsniveau dat een preventiemedewerker moet hebben. Om wat meer houvast te hebben tijdens het uitvoeren van je taken als preventiemedewerker, heeft de STECR een leidraad ontwikkeld waarin de taken en het deskundigheidsniveau van preventiemedewerkers worden besproken.

2.16.6. Wat levert het op?

De preventiemedewerker verzorgt de voorlichting aan nieuwe medewerkers, helpt met de werkplekinstelling en pakt klachten bij medewerkers aan voordat ze ernstig kunnen worden. Daarmee voorkomt de preventiemedewerker in veel gevallen ziekteverzuim.

Bovendien voert de preventiemedewerker werkplekonderzoeken uit waar voorheen kosten voor de arbodienst aan verbonden waren. De investering van de opleiding verdient de preventiemedewerker dus snel terug.

2.17. Taakroulatie en werkafwisseling

2.17.1. Beschrijving

Als je het grootste deel van de dag beeldschermwerk doet, is het belangrijk om die werkzaamheden met ander, niet-beeldschermwerk af te wisselen. In de praktijk betekent werkafwisseling dat je niet-beeldschermgebonden werkzaamheden zodanig over de dag verdeelt dat ze de beeldschermgebonden werkzaamheden regelmatig onderbreken. Bij taakroulatie vindt afwisseling van werk plaats door met collega’s op dezelfde of andere afdelingen de taken te ruilen.

2.17.2. Voor wie?

Voor contactcenter en medewerker om kritisch naar het takenpakket te kijken. Aan de ene kant is de mogelijkheid tot taakroulering en afwisseling van werkzaamheden soms beperkt, binnen een contactcenters zijn er nou eenmaal veel beeldschermwerkzaamheden. Aan de andere kant valt er met een beetje creativiteit en organisatietalent soms nog heel wat te bereiken.

2.17.3. Normen

Je moet beeldschermwerk na elke twee uur minimaal vijf minuten onderbreken, door even ander, niet-beeldschermwerk te doen, koffie of thee te halen, of kort te pauzeren.

  • Arbobesluit: Artikel 5.10 Dagindeling van de arbeid

2.17.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Verdeel je eigen dagelijkse werkzaamheden eens in beeldschermwerk en niet-beeldschermwerk. Kijk bij het beeldschermwerk eens of het ook net zo goed of sneller zonder het beeldscherm kan.
  • Plan zoveel mogelijk je niet-beeldschermwerk om blokken van twee uur beeldschermwerk heen, zodat je niet te lang achter de computer zit.
  • Overleg met collega’s hoe zij hun werkzaamheden afwisselen en vraag en geef elkaar tips.
  • Benut het werkoverleg of een functioneringsgesprek om suggesties te doen voor een andere taakverdeling.

Voor leidinggevenden:

  • Kijk eerst binnen je eigen afdeling welke niet-beeldschermgebonden taken er zijn en hoe deze zo goed mogelijk tussen je medewerkers verdeeld kunnen worden.
  • Overleg daarna eens met een afdeling die heel ander werk doet. Biedt uitwisseling van medewerkers, enkele dagen per week, voordelen in afwisseling van beeldschermwerk of het ontwikkelen van capaciteiten?
  • Organiseer tijdens het werkoverleg een brainstorm over de voorgaande mogelijkheden en betrek medewerkers zo bij het bedenken van de mogelijkheden en het realiseren van de grenzen.
  • Wees erop voorbereid dat niet alle medewerkers zullen staan te springen om nieuw werk. Overweeg waar je begint: met enthousiastelingen, met degenen die al eens klachten hebben gehad of met degenen die het langst zittend beeldschermwerk verrichten.
  • Ook om gezonde gewoontes aan te leren hebben medewerkers vaak een stimulans nodig. Herinner je medewerkers daarom zo nodig aan hun pauzes en taakafwisseling.
  • Plan overleggen aan het eind van de ochtend of halverwege de middag zodat ze een pauze voor beeldschermwerk vormen.

2.17.5. Meer weten?

Arbo-Informatieblad nr. 2 Werken met beeldschermen, SDU, Den Haag, 2007.

2.17.6. Wat levert het op?

Taakroulering en werkafwisseling heeft meerdere voordelen:

  • Minder kans op klachten aan nek, schouder, armen, polsen of handen;
  • Het werk wordt er vaak uitdagender en interessanter door;
  • Collega’s kunnen elkaar bij ziekte, drukte of vakantie beter vervangen

Het kost aanvankelijk wel wat extra tijd en moeite om binnen het bedrijf het maximum uit taakroulering en werkafwisseling te halen!

Contactcenters werken vaak met computers als hulpmiddel en als ondersteuning bij uitvoerende processen. In veel gevallen in combinatie met klanteigen systemen. Het werken met de computer in een contactcenter is niet per definitie beeldschermwerk. In de meeste gevallen wordt het werken met de computer continu afgewisseld met ander handelingen die niet met behulp van de computer worden uitgevoerd. Daarom dient het arbo-besluit beeldschermwerk met de nodige redelijkheid en billijkheid te worden toegepast. Dit zelfde geldt voor het gebruik van pauzesoftware. Niet altijd is het mogelijk om pauzesoftware toe te passen gelet op de specifieke kenmerken va het werk in een contactcenter. Daar waar in deze catalogus over beeldschermwerk en pauzesoftware gesproken wordt dient deze afweging te worden meegenomen.

2.18. Verlichting van de werkplek

2.18.1. Beschrijving

Om je werk goed te doen is het nodig dat je de tekst op je beeldscherm goed kunt lezen. Soms lukt dit niet omdat je last hebt van het licht: te veel, te weinig, door verblinding of door spiegeling. Er zijn drie manieren om werkruimtes met beeldschermen goed te verlichten:

  • Directe verlichting: met verlichtingsarmaturen waarbij de zijdelingse lichtuitstraling met behulp van roosters of spiegels is beperkt.
  • Indirecte verlichting (plafond wordt door omhoog gerichte verlichtingsarmaturen aangestraald) aangevuld met werkplekverlichting. Hierbij is de spiegelingshinder in beeldschermen minimaal.
  • Een combinatie van directe en indirecte verlichting: hierbij hangen de verlichtingsarmaturen op afstand van het plafond en stralen zowel licht uit naar boven als naar beneden.

De combinatie van direct en indirect licht is de meest wenselijke verlichting.

2.18.2. Voor wie?

Voor het bedrijf om preventief of vanwege klachten maatregelen voor verlichting te nemen. Bij klachten over slechte verlichting is het verstandig eerst het verlichtingsniveau te meten om aan de hand van de metingen te bepalen of maatregelen nodig zijn. Een lichtmeting kan eenvoudig met een luxmeter worden uitgevoerd.

2.18.3. Normen

De verlichting moet voor voldoende licht en een passend contrast tussen beeldscherm en omgeving zorgen. De verlichting moet passen bij het werk en bij de medewerkers.

Oudere medewerkers hebben bijvoorbeeld meer licht nodig dan jongere. Ook moet hinderlijke spiegeling en verblinding zijn voorkomen.

De aanbevolen verlichtingssterkte voor kantoren is tussen de 200 en 800 lux, afhankelijk van de werksituatie (NEN 3087). Voor de receptie is dit 300 lux.

  • Arbobesluit: Artikel 6.3 Daglicht en kunstlicht
  • Arboregeling: Artikel 5.2. Inrichting van de beeldschermwerkplek

2.18.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Is het je te donker op kantoor? Gebruik een eigen werkpleklamp als extra verlichting indien aanwezig.
  • Heb je last van spiegeling van licht in je beeldscherm? Ga niet in een verkeerde houding zitten om de spiegeling te vermijden, maar stel je beeldscherm anders op.

Voor leidinggevenden:

  • Gebruik energiezuinige verlichting. Deze verlichting produceert minder hinderlijke warmte. Je bespaart er trouwens ook energiekosten mee.
  • Kies bij grote beeldschermen waar veel opmaakwerk aan gedaan wordt voor indirecte verlichting. Dit voorkomt spiegelingshinder.
  • Bij de keuze van het type lamp spelen onder meer de kleurtemperatuur (deze geeft aan hoe 'warm' of 'koud' het licht is) en de kleurweergave-index een rol. Medewerkers prefereren 'gelig', 'warm' licht met een hoge kleurweergave-index. Hou met de opstelling van een beeldschermwerkplek rekening met lichtinval van buiten. Weer  hinderlijke lichtinval van buiten met de juiste lichtwering.

2.18.5. Meer weten?

Meer informatie over onder andere de lichtkleur en kleurweergave vind je in Arbo-Informatieblad nr. 7 Kantoren, SDU, Den Haag, 2007.

2.18.6. Wat levert het op?

Goede verlichting helpt medewerkers om hun werk gemakkelijker en met minder fouten te doen. Bovendien helpt het om (oog)vermoeidheid en hoofdpijn te voorkomen.

2.19. Voorlichting instellen beeldschermwerkplek

2.19.1. Beschrijving

Een goed ergonomisch ingerichte beeldschermwerkplek is een noodzakelijke voorwaarde om gezond te werken. Die werkplek behoor je dan ook goed te gebruiken, anders heeft de goede werkplek geen zin. Door voorlichting en training kun je leren hoe je je werkplek, het meubilair en alle hulpmiddelen het best kan instellen en gebruiken. Ook leer je waarom het goed instellen van je werkplek belangrijk is voor je gezondheid.

2.19.2. Voor wie?

Voor bedrijven en leidinggevenden om hun medewerkers te leren zo gezond mogelijk met een beeldscherm te werken.

De voorlichting en trainingen zijn op verschillende manieren uit te voeren:

  • Groepsvoorlichting: via een presentatie of demonstratie leren medewerkers hoe zij de werkplek kunnen inrichten, instellen en gebruiken.
  • Individuele voorlichting: een preventiemedewerker bezoekt de medewerker en geeft ter plekke voorlichting en helpt de medewerkers hun werkplek optimaal in te stellen.

Een combinatie van beide manieren is uiteraard ook mogelijk.

2.19.3. Normen

Medewerkers moeten worden voorgelicht over de risico's van hun werk en de maatregelen die genomen zijn om die risico's tegen te gaan.

  • Arbowet : Artikel 8 Voorlichting en onderricht

2.19.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Neem actief deel aan de voorlichting: je krijgt hier tips die je helpen om gezond te werken!
  • Pas de adviezen toe, juist ook als je het druk hebt, want dan is het risico op klachten het grootst.

Voor leidinggevenden:

  • Besteed extra aandacht aan nieuwe medewerkers. Door hen snel na aanvang van hun werk uit te leggen hoe ze hun beeldschermwerk gezond kunnen doen voorkom je dat ze zichzelf ongezonde gewoontes aanleren.

Geef persoonlijke aandacht aan medewerkers die klachten hebben. Als een andere werkhouding en pauzes nemen niet op korte termijn helpen, ga dan zo snel mogelijk naar een deskundige, bijvoorbeeld de bedrijfsarts. Hoe eerder, hoe beter, om ernstige klachten en verzuim te voorkomen.

2.19.5. Meer weten?

  • Gebruik bij je voorbereiding van de voorlichting de criteria en onderwerpen voor een goede voorlichting.
  • Arbo-Informatieblad nr. 2 Werken met beeldschermen, SDU, Den Haag, 2007

2.19.6. Praktijkverhaal

  • Arboposters op het toilet

2.19.7. Wat levert het op?

Voorlichting en trainingen aanbieden heeft als voordeel dat de medewerkers de risico's van het beeldschermwerk leren kennen en weten hoe ze die kunnen beperken.

Het gedrag van medewerkers ten aanzien van de werktechniek en werkhouding verbetert en dit geeft minder kans op gezondheidsklachten.

2.20. Werken met een laptop

2.20.1. Beschrijving

Binnen contactcenters wordt met name door management en staf veel met laptopcomputers gewerkt. Dat is voor het werken onderweg erg handig. Maar als je er op kantoor of thuis meer dan twee uur per dag mee werkt, loop je al snel het risico op gezondheidsklachten. Een laptop is voor je lichaam te klein, waardoor je er in een verkeerde houding aan werkt. Je schouders zijn gespannen om het toetsenbord goed te bedienen, de bediening van de cursor met het touchpad is erg inspannend voor je hand en je nek is sterk gebogen om goed op het beeldscherm te kunnen kijken.

Met enkele hulpmiddelen kan je in een goede werkhouding aan de laptop werken. Dit zijn:

  • Een dockingstation met een beeldscherm, toetsenbord en muis, of;
  • Een laptopstandaard en een los aan te sluiten toetsenbord en muis. Een laptopstandaard, in hoogte verstelbaar, helpt om het beeldscherm van de laptop op de juiste kijkhoogte te plaatsen.

2.20.2. Voor wie?

Voor wie meer dan twee uur per dag met een laptop werkt op kantoor of thuis.

2.20.3. Normen

Als je meer dan twee uur per dag met een laptop werkt, moet je je laptop-werkplek ergonomisch verantwoord inrichten.

  • Arbobesluit: Artikel 5.4 Ergonomische inrichting werkplekken
  • Arbobesluit: Artikel 5.12 Voorschriften voor de inrichting van de beeldschermwerkplek
  • Arboregeling: Artikel 5.1 Apparatuur en meubilair

2.20.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Weet je niet hoe je je laptop-werkplek hoort in te stellen? Vraag het aan je leidinggevende, de preventiemedewerker of een arboadviseur.
  • Neem even de tijd om voor je je laptop aanzet je werkplek goed in te stellen.

Voor leidinggevenden:

  • Er zijn lichte opklapbare laptopstandaards en kleine toetsenborden die gemakkelijk kunnen worden meegenomen. Dit is handig als de laptop op meerdere plekken wordt gebruikt.
  • Er zijn laptopstandaards die ook als documenthouder gebruikt kunnen worden. Dit is ideaal als er bij het beeldschermwerk geregeld documenten worden gebruikt.
  • Kies voor een minitoetsenbord zonder numeriek deel als er niet vaak met cijfers gewerkt wordt. De muis past vlak naast dit extra kleine toetsenbord, wat goed is om RSI te voorkomen.
  • Gebruik een draadloos aan te sluiten toetsenbord en muis in plaats van exemplaren die met een USB-stekker aangesloten moeten worden.
  • Geef als leidinggevende het goede voorbeeld door de hulpmiddelen zelf ook bij je laptop te gebruiken

2.20.5. Meer weten?

  • Arbo-Informatieblad nr. 2 Werken met beeldschermen, SDU, Den Haag, 2007.

2.20.6. Wat levert het op?

Door gebruik te maken van de hulpmiddelen kun je in een gezonde houding aan de laptop werken. Dit is een randvoorwaarde om RSI -klachten te voorkomen. Door minder klachten ben je productiever. Én vermindering van RSI-klachten betekent minder verzuim.

2.21. Werken met meerdere beeldschermen

2.21.1. Beschrijving

Als contactcenter-medewerker werk je soms op meer dan één beeldscherm tegelijk. Bij het werken met meerdere beeldschermen, kun je je overzicht vergroten, doordat je meerdere documenten naast elkaar kunt openen.  Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om je bedienelementen op een ander beeldscherm te plaatsen dan je contactgegevens. Je kunt beide monitoren bedienen met één muis en één toetsenbord. Een voorwaarde voor een goed overzicht op je beeldschermen en comfortabel werken is dat deze goed zijn ingesteld.

2.21.2. Voor wie?

Voor iedereen die met meer dan één beeldscherm werkt.

2.21.3. Normen

Voor het werken met meerdere beeldschermen is geen aanvullende wet- en regelgeving van toepassing. De gangbare wet- en regelgeving voor beeldschermwerkplekken is van toepassing.

  • Arbobesluit: Artikel 5.4 Ergonomische inrichting werkplekken
  • Arbobesluit: Artikel 5.12 Voorschriften voor de inrichting van de beeldschermwerkplek
  • Arboregeling: Artikel 5.1 Apparatuur en meubilair
  • Arboregeling: Artikel 5.2. Inrichting van de beeldschermwerkplek
  • Arboregeling: Artikel 5.3. Programmatuur

2.21.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Stel je beeldschermwerkplek goed in. Besteed hierbij extra aandacht aan je beeldschermen.
  • De bovenrand van de beeldschermen moet zich ongeveer op ooghoogte bevinden
  • Kijkafstand vanaf de rand van het werkblad tot het scherm is 70 - 95 cm. voor een 19 inch scherm of groter. Dichterbij plaatsen van de beeldschermen beperkt het overzicht.
  • Om ervoor te zorgen dat je zoveel mogelijk recht voor de beeldschermen kan werken, is een kromming van de voorzijde van het werkblad gewenst.
  • De beeldschermen kun je het beste (zo dicht mogelijk) tegen elkaar plaatsen en niet op elkaar stapelen.

Voor leidinggevenden:

  • Afhankelijk van de benodigde ruimte kan er gekozen worden één groot breedbeeldbeeldscherm of, wanneer er nog meer ruimte voor werkbladen nodig is, voor twee standaard beeldschermen naast elkaar.
  • Door het werken met meerdere (niet goed ingestelde) beeldschermen kan het overzicht snel verloren gaan en bovendien loopt de medewerker meer risico op vermoeidheid van de ogen. Daarom is het belangrijk de werkplek goed in te richten, met extra aandacht voor de plaatsing van de beeldschermen.
  • Vraag de preventiemedewerker of arboadviseur om de werkplek zo goed mogelijk in te stellen als een medewerker met meerdere beeldschermen wil werken.
  • Er zijn verschillende monitorarmen op de markt voor het werken met meerdere beeldschermen. Deze monitorarmen hebben het voordeel dat de hoogte en de hoek waaronder de monitoren worden gepositioneerd goed kan worden ingesteld.

2.21.5. Meer weten?

Arbo-Informatieblad nr. 2 Werken met beeldschermen, SDU, Den Haag, 2007.

2.21.6. Wat levert het op?

Doordat je tegelijkertijd meer informatie in beeld kunt hebben, hoef je minder heen-en-weer te klikken tussen de verschillende documenten. Dit verhoogt de productiviteit en verlaagt het risico op RSI klachten.

2.22. Wisselwerkplek         

2.22.1. Beschrijving

Op sommige contactcenters hebben niet alle medewerkers een eigen werkplek. Wie op kantoor komt gebruikt dan een vrije werkplek. Het is dan nodig om deze werkplek goed in te stellen op basis van lichaamsmaten, soort werk en eigen wensen. Door je werkplek goed in te stellen, kun je klachten voorkomen! Een vaste werkplek hoef je maar een enkele keer in te stellen. Bij een wisselwerkplek doe je dit elke werkdag.

2.22.2. Voor wie?

Voor wie samen met andere medewerkers van dezelfde beeldschermwerkplek gebruik maakt.

2.22.3. Normen

De wisselwerkplek moet ergonomisch ingericht zijn. Ergonomische eisen voor de werkplek zijn er ten aanzien van de bureaustoel, kantoortafel, beeldscherm, toetsenbord, muis en (eventuele) voetensteun. Vanwege het vele wisselen is het handig als de instellingen gemakkelijk aan te passen zijn.

  • Arbobesluit: Artikel 5.4 Ergonomische inrichting werkplekken

2.22.4. Tips

Voor medewerkers:

  • Maak van het instellen van de werkplek aan het begin van de dag een gewoonte. Als je in een nieuwe auto stapt check je ook of je goed bij de pedalen kunt en check je het zicht van de spiegels.
  • Zorg dat je altijd weet wat de voor jou meest geschikte werkhoogte is, zodat je die direct goed kan instellen.
  • Laat aan het eind van je werk de werkplek schoon achter, zodat de volgende medewerker ook meteen de werkhoogte kan instellen en niet eerst hoeft schoon te maken.

Voor leidinggevenden:

  • Zorg dat al je medewerkers goed zijn voorgelicht over de wisselwerkplek en hoe deze dient te worden ingesteld
  • Zorg voor extra onderhoud (schoonmaak en technisch) dat nodig is vanwege het intensieve gebruik van de werkplek.
  • Bied de medewerkers die van de wisselwerkplek gebruik maken een verrijdbare opbergmogelijkheid voor documenten en persoonlijke spullen of zorg voor kasten vlak bij de wisselwerkplek.
  • Zorg ervoor dat duidelijk en makkelijk regelbaar is wie wanneer van de wisselwerkplek gebruik maakt en dat de medewerkers de wisselwerkplek weer schoon achterlaten.

2.22.5. Meer weten?

  • Arbo-Informatieblad nr. 2 Werken met beeldschermen, SDU, Den Haag, 2007.

2.22.6. Wat levert het op?

Aan een goed ingestelde wisselwerkplek kan je in een gezonde werkhouding je beeldschermwerk doen. Daardoor loop je minder kans op gezondheidsklachten bij langdurig werken aan de computer. Door de hogere bezettingsgraad zijn wisselwerkplekken in het gebruik goedkoper dan gewone werkplekken. Het inrichten van wisselwerkplekken op het gebied van ICT, telefonie, meubilair en eventueel verbouwingen brengt wel kosten met zich mee.

Terug naar boven